In Groningen heeft men verschillende namen voor het spel 'notenschieten'. In het Nieuw Groninger Woordenboek van K. ter Laan (eerste druk 1929) kan men o.a. de volgende benamingen vinden: neutenschaiten, riestern, riegjen, neutjen, neutjeschietn, mit neuten gooien.
Hieronder vindt u een beschrijving van een van de mogelijk vele varianten van het spel 'neutenschaiten' of 'riestern'.
Dit is een bewerking van informatie gevonden op de site van het Veenkoloniaal Museum te Veendam. Dit museum, gevestigd in een fraai voormalig schoolgebouw, is zeer zeker een bezoekje waard !
Spelregels
Het spel opzetten
- leg 25 walnoten in een rechte rij met ongeveer 3 cm tussenruimte.
- trek op een afstand van 3 meter vanaf de voorste noot de meet. Voor kinderen kan dat aangepast worden (bv. 2 meter).
- vanaf de meet wordt beurtelings met een kogel naar de noten gegooid. De kunst is om de achterste noten te raken.
Uitleg over 'dik' en 'dun'
- schiet een speler alleen achterste noten van de lijn (één of meer) dan is dat winst voor de speler. Dat heet 'dun'. Hij mag de noten houden.
- schiet een speler voorste noten of noten tussenin van de lijn maar geen achterste noten dan is dat verlies voor de speler. Dat heet 'dik'.
- schiet de speler zowel achterste noten (één of meer) en middelste of voorste eraf, dan is dat winst noch verlies voor de speler. Dat heet 'dik en dun' (Gronings: 'dik in dun').
Noten bijleggen
- schiet een ongelukkige speler 'dik' dan moet hij de weggeschoten noten weer op de lijn zetten en nieuwe noten bijleggen. Heeft hij bijvoorbeeld 5 noten dik geschoten dan moet hij ook 5 nieuwe noten bijzetten.
- door dit bijleggen kan de rij met noten erg lang worden. Als oplossing kan men dan '2 op 1' spelen: de speler die 'dik' gegooid heeft legt de helft van de weggeschoten noten nieuw bij.
Noten en geld bijleggen
- men kan het spel ook spelen met geldelijke inzet. Dat gaat als volgt: schiet men bv. 6 noten dik, dan moet men de 6 noten terug op de rij leggen, 6 nieuwe noten bijzetten en 6 centen neerleggen naast een of meerdere noten.
- deze variant met geldelijke inzet kan ook uit de hand lopen omdat er in één spel grote bedragen neergelegd kunnen worden. Want als een volgende speler ook dik gooit en daarbij noten treft waar reeds geld naast ligt, dan wordt dat geld ook meegeteld.
Wie bijvoorbeeld 6 dik gooit en naast twee noten ligt in totaal 10 cent, dan moet de speler 16 cent bijleggen. Zo verdubbelen de bedragen zich. Wie niet zo grof wil spelen laat de spelers de helft bijleggen: in het genoemde voorbeeld wordt dus 8 cent i.p.v. 16 cent bijgelegd.
Wanneer is een spel afgelopen?
- winst maakt de speler die 'dun' schiet, d.w.z. de achterste noten eraf schiet. Ook het geld dat naast de weggeschoten noten ligt is voor de speler. Het meeste geld ligt doorgaans vooraan in de rij.
- de speler voor wie het allemaal te veel wordt (d.w.z.: te veel dik gegooid) kan zich laten "schrappen". Deze speler doet met het lopende spel niet meer mee.
- een spel is 'uit' wanneer alle noten van de lijn zijn gegooid.